Huish. reglement

  • ONDERSTAAND HUISHOUDELIJK REGELEMENT IS NIET LANGER BINDEND;
  • WORDT MEDIO 2019 AANGEPAST VANWEGE DE NIEUWE WETGEVING AVG 2018, 
  • TREEDT IN WERKING  ZO GAUW DE NIEUWE STATUTEN GEDEPONEERD ZIJN;

2016-01, HUISHOUDELIJK REGLEMENT

Behorende de statuten,welke zijn vastgelegd bij notariële akte bij notaris op 27-08-2002.

Koninklijke Nederlandse Vereniging E.H.B.O Afdeling Sprang-Capelle

 

 

 

BESTUUR

 

Artikel 1: BESTUUR –

Samenstelling

 

1.01.

Het dagelijks bestuur wordt gevormd door de voorzitter, de secretaris en de penningmeester, of door hun door het bestuur aan te wijzen plaatsvervangers.

1.02.

De plaats van de voorzitter, de secretaris en de penningmeester worden op het rooster zodanig bepaald dat ieder van hen periodiek in een ander jaar aftreedt.

1.03.

Naast de zich herbenoembaar stellende bestuursleden en/of de door het bestuur voorgestelde kandidaten kunnen door de leden kandidaten worden voorgedragen. (zie art 4.03.)

1.04.

Indien een bestuurslid tussentijds aftreedt, kan het bestuur tijdelijk voorzien in een vacature. In de eerstvolgende algemene ledenvergadering wordt definitief in de vacature voorzien. Het in de plaats van het afgetreden lid neemt gekozen bestuurslid op het rooster de plaats in van het afgetreden bestuurslid.

1.05.

Bij tussentijdse vacature in het bestuur mag het bestuur in de vacature voorzien in de vorm van een voorlopige toetreding. In deze proefperiode heeft het aankomend bestuurslid geen stemrecht. Zijn inbreng en mening m.b.t. de te behandelen stukken kan de overige bestuursleden echter wel helpen bij de besluitvorming. Het bestuur kan bij de eerstvolgende algemene vergadering het betrokken lid als officieel bestuurslid voordragen. 

1.06.

Bij bestuursbeëindiging wordt een opzegtermijn van 4 maanden gehanteerd in verband met takenoverdracht naar interim bestuurslid tot de eerstvolgende ALV. In die periode moeten zij de, onder hun berusting zijnde, verenigingsstukken aan het bestuur af dragen. Administraties dienen ondertekend overgedragen te worden. De nieuwe bestuurder tekent vervolgens ook als bewijs van controle en acceptatie.

 

 

Artikel 2: BESTUUR –

Bevoegdheden& Verantwoordelijkheden

 

2.01.

Door zitting te hebben in het bestuur  van de afdeling verplicht el k bestuurslid  zich naar goed vermogen het belang van de afdeling na het streven en aan de middelen tot bevordering van dit doel mee te werken. 

2.02.

Het bestuur neemt die maatregelen en besluiten, die naar haar mening bijdragen tot het behoud en daarnaast bevorderlijk zijn voor het bereiken van het doel van de afdeling zoals staat vermeld  in de statuten.

2.03.

Bijzondere maatregelen en besluiten worden op de Algemene Leden Vergadering (verder te noemen ALV) besproken met de leden. Het bestuur heeft toestemming nodig van de meerderheid van de aanwezige leden voor bijzondere maatregelen en besluiten.

2.04.

Het bestuur is bevoegd om in alle gevallen waarin dit Huishoudelijk Reglement (verder te noemen HR) niet voorziet, in spoedeisende gevallen te beslissen. In andere gevallen beslist de ALV.

2.05.

De organisatie van opleidingen, cursussen, voortgezette bijscholingen én verlengingen van diploma’s c.q. certificaten ligt in de handen van het bestuur. Het bestuur volgt bij de organisatie en de inrichting van de opleidingen, cursussen, voortgezette bijscholingen en verlengingen, de voorschriften en richtlijnen van “Het Oranje Kruis”, “Nederlandse Reanimatie Raad” en overeenkomstig gekwalificeerde organisaties. Het bestuur stelt het jaarprogramma voortgezette bijscholingen Eerste Hulp vast. Het bestuur kan docent/instructeur(s) hierin betrekken.

2.06.

De organisatie van Eerste Hulp bij evenementen ligt  in de handen van het bestuur. Het bestuur volgt bij de organisatie en de inrichting van de inzet de voorschriften en richtlijnen van “Het Oranje Kruis”, “Nederlandse Reanimatie Raad” en overeenkomstig gekwalificeerde organisaties. Het bestuur schakelt waar nodig expertise van instructeurs in.

2.07.

Het bestuur is bevoegd speciale regelingen vast te stellen voor opleidingen, cursussen en voortgezette bijscholingen en het aanstellen van hulp- en reddingsbrigades, etc. 

2.08.

Het bestuur is bevoegd tot het aantrekken en aanstellen van een artsdocent Eerste Hulp met didactische bevoegdheid, een BIG geregistreerde docent, kaderinstructeur Eerste Hulp en LOTUS voor de opleidingen, cursussen en de voortgezette bijscholingen.

2.09.

Honoraria dan wel vergoedingen aan onder artikel 2.8. genoemde personen voor hun werkzaamheden ten behoeve van de opleidingen, cursussen en de voortgezette bijscholingen, worden door het dagelijks bestuur vastgesteld en uit de geldelijke middelen van de afdeling betaald.

2.10.

Het bestuur is bevoegd tot het aanstellen van commissies en de zittende commissieleden tijdelijk te belasten met bijzondere opdrachten. Hij bewaakt en beoordeelt de voortgang van de opdracht,

kent binnen de opdracht tijdelijke bevoegdheden toe  en dechargeert of heft de opdracht op.

2.11.

Het bestuur is belast met de aankoop van en het beheer over instructiematerialen en dienstverleningsmaterialen bij evenementen welke allen het eigendom zijn van de afdeling, exclusief lesboeken voor cursisten, welke cursisten betalen.

2.12.

Het bestuur is bevoegd regels vast te stellen voor opslag, beheer en gebruik van de in eigendom zijnde instructie- en hulpverleningsmaterialen.

2.13.

Het bestuur is belast met de zorg voor veiligheid van zijn aangesloten leden en is bevoegd om hiervoor verzekeringen af te sluiten en contracten aan te gaan. Hierbij hoort ook de veiligheid van Eerste Hulpverleners tijdens evenementen. Het bestuur is gerechtigd hiervoor condities te bepalen waaraan een aanvragende partij moet voldoen wil een aanvraag worden gehonoreerd.

2.14.

Het bestuur wordt geacht om, op kennisgeving van, aandacht te besteden aan leden die onverhoopt wegens ziekte of anderszins niet in staat zijn om reguliere bijscholingen te volgen, teneinde daarmee verlenging van hun kwalificatie(s) te waarborgen. Hiervoor is een proactieve opstelling van het afdelingslid een vereiste.

 

 

Artikel 3: BESTUUR –

Taken

 

3.01.

De voorzitter leidt de vergaderingen en samenkomsten en coördineert zorgt voor de uitvoering van alle besluiten van bestuursvergaderingen en algemene vergaderingen. 

Hij vertegenwoordigt de afdeling naar binnen en buiten.

Bij afwezigheid van de voorzitter wordt hij vervangen door een der andere bestuursleden, door het bestuur aan te wijzen. De vervanger heeft geen tekenbevoegdheid.

3.02.

De secretaris voert de correspondenties, houdt de notulen van alle vergaderingen bij en beheert het archief van de afdeling. Met de voorzitter ondertekent hij alle uitgaande stukken en notulen en houdt daarvan kopie.

Hij is belast met het bijhouden van de ledenlijst en zorgt ervoor dat de voorzitter en penningmeester van alle veranderingen op de hoogte zijn.

Bij aanmelding c.q. beëindiging van een lidmaatschap zorgt hij voor correcte aanpassingen in de database. Bij (functie)wijzigingen in het bestuur geeft hij dit door aan de Kamer van Koophandel.

Hij bewaakt de data waarop zittingstermijnen van bestuur aflopen en zet deze tijdig op de agenda van een bestuursvergadering.

Hij bewaakt de data waarop leden in aanmerking komen voor een jubileum en/of onderscheiding en bij aanvraag volgt hij het protocol wat bij de landelijke- en het district geldt.

Hij brengt het hoofdbestuur en het districtsbestuur van de Koninklijke Nederlandse Vereniging E.H.B.O. tijdig van alle gegevens omtrent de afdeling op de hoogte die deze wenselijk achten. 
Hij houdt een presentielijst bij van alle aanwezige leden op de Algemene Leden Vergadering. Jaarlijks stelt hij een jaarverslag van de afdeling samen dat, na goedkeuring van het bestuur, in de jaarlijkse algemene vergadering aan de orde zal worden gesteld. 

3.03.

De penningmeester is belast met het beheer der gelden en volgt daarbij de aanwijzingen die hem door het bestuur zijn gegeven.

Hij zorgt ervoor dat de contributies en andere baten geïnd worden.

Hij zorgt ervoor dat betalingen namens de afdeling op tijd geschieden. Hierbij is tevens inbegrepen de bijdragen aan de Koninklijke Nederlandse Vereniging E.H.B.O. als overkoepelend orgaan waarbij de afdeling is aangesloten en de jaarlijkse bijdrage aan de Nederlandse Reanimatie Raad. Voor zijn beheer is hij verantwoording verschuldigd aan het bestuur dat dit beheer kan verifiëren zo vaak het dit wenst. 
Voor het doen van uitgaven en verbintenissen die de som € 500,00 te boven gaan, behoeft de penningmeester de goedkeuring van het bestuur.

Hij is belast met het correct bijhouden van de financiële boekhouding. Jaarlijks stelt hij over het afgelopen boekjaar een financieel verslag van de afdeling samen dat, na goedkeuring door het bestuur, in de jaarlijkse algemene vergadering aan de orde zal worden gesteld. 

De goedkeuring van de kascommissie (zie art. 6.06.) wordt door de algemene vergadering  beschouwd als decharge van de penningmeester voor diens beheer over het afgelopen boekjaar.

Hij bewaakt de plannen van het bestuur aan de hand van een  jaarlijkse begroting.

3.04.

De overige bestuursleden zullen de hen (en met hun toestemming) opgedragen werkzaamheden (lees `Taakgebieden) zo goed mogelijk uitvoeren en daarvan op geregelde tijden verslag uitbrengen op de daartoe te houden bestuursvergadering.

3.04.A.

Taakgebied `Evenementencoordinator`

De evenementencoordinator is belast met de verwerking van een aanvraag, bewaakt de  condities waaraan een aanvragende partij moet voldoen, wijst hen waar nodig op te regelen punten wil hij de aanvraag kunnen honoreren en  regelt vervolgens de benodigde Eerste Hulpverleners. Na afloop zorgt hij voor een totaalevaluatie en registratie, koppelt terug naar betrokken partijen en geeft de penningmeester opdracht tot facturering. Verbeteringen bij een volgende aanvraag van eenzelfde partij kunnen slechts worden doorgevoerd mits alle partijen (evenementencoordinator, aanvragende partij én Eerste Hulpverleners hun ervaringen hebben doorgegeven! (zie verder art. 11.11.) Hij is verplicht hierover verantwoording af te leggen aan het bestuur.

De evenementencoordinator is bevoegd om te bepalen welke leden van de afdeling een EH-koffer/rugzak, kleding of anderszins materiaal in bruikleen krijgen.

3.04.B.

Taakgebied  `Verbandmeester`

De verbandmeester is belast met het toezicht op de door de afdeling in gebruik zijnde gebouwen, alsmede op het instructie-, verband- en transportmateriaal. Hij is bevoegd om instructie- en verbandmaterialen aan te schaffen en houdt hiervan een precieze registratie bij. De verbandmeester is hierover verantwoording verschuldigd aan het bestuur.

Indien de functies verbandmeester en evenementencoordinator in één persoon zijn verenigd, is het bestuur bevoegd leden van de afdeling aan te trekken die de verbandmeester/evenementencoordinator in de uitoefening van zijn functie bijstaan.

De verbandmeester/evenementencoordinator is bevoegd leden van de afdeling aan te trekken teneinde hem in de uitoefening van zijn functie bij te staan. Dit behoeft de goedkeuring van het bestuur.

3.04.C.

Taakgebied `Cursuscoördinator`

De cursuscoördinator is belast met de verwerking van elke aanmelding voor een opleiding, cursus en voortgezette bijscholingen uit ons aanbod, hij bewaakt de  condities waaraan een opleiding, cursus en voortgezette bijscholing moet voldoen en  bij daadwerkelijke realisering van een opleiding, cursus of voortgezette bijscholing treft hij hiertoe vervolgens alle benodigde voorzieningen. Na afloop zorgt hij voor een totaalevaluatie en registratie en koppelt terug naar betrokken partijen. Hij is verplicht hierover verantwoording af te leggen aan het bestuur.

De cursuscoordinator is bevoegd leden van de afdeling aan te trekken teneinde hem in de uitoefening van zijn functie bij te staan. Dit behoeft de goedkeuring van het bestuur.

3.04.D.

Taakgebied ‘Public Relations Zakelijk’

De PRZ is belast met alle zakelijke publicaties en berichtgeving van de afdelingsactiviteiten, hij bewaakt de  gebruiksvriendelijkheid waaraan een website, advertentie en publicatie moet voldoen en  bij daadwerkelijke publicatie kwijt hij zich van correcte toepasbaarheid. Na publicatie koppelt hij terug naar de partij die om een PRZ actie heeft gevraagd. Hij is verplicht hierover verantwoording af te leggen aan het bestuur.

De PRZ is belast met alle promoties die het doel van de afdeling nastreven.

De PRZ is bevoegd leden van de afdeling, of anderszins externe expertise, aan te trekken teneinde hem in de uitoefening van zijn functie bij te staan. Dit behoeft de goedkeuring van het bestuur.

3.04.E.

Taakgebied ‘Public Relations Privé’

De PRP is belast met attenties richting aangesloten afdelingsleden, externe samenwerkende personen en/of organisaties op persoonlijk vlak ingeval belastende omstandigheden als ziekte, trauma, overlijden alsmede bij heugelijke gebeurtenissen zoals zwangerschap, trouwen en jubilea.

De PRP neemt het recht die attenties uit te voeren waarvan hij schriftelijk in kennis is gesteld. Met schriftelijk wordt hier bedoeld per post of via e-mailbericht.

Hij is verplicht hierover verantwoording af te leggen aan het bestuur.

 

 

(ERE)LEDEN

 

Artikel 4: LEDEN –

Lidmaatschap& Contributie

 

4.01.

Zij die lid wensen te worden van de afdeling, geven daarvan schriftelijk kennis aan het secretariaat. Met schriftelijk wordt hier bedoeld, op papier (per post) of digitaal (per e-mail). 

4.02.

De leden zijn verplicht bij wijzigingen in de bij de afdeling geregistreerde gegevens schriftelijk door te geven aan de secretaris. Dit geldt ook voor bedrijfsgegevens mits aangesloten lid uit hoofde van dat bedrijf opereert.

4.03.

Zij die lid wensen te worden van het afdelingsbestuur, kunnen op voordracht schriftelijk kennis geven aan het secretariaat. Met schriftelijk wordt hier bedoeld, op papier (per post) of digitaal (per e-mail).  Schriftelijke opgave van dient uiterlijk twee weken voor de aanvang van de algemene ledenvergadering waarin de benoeming zal plaatsvinden. De stemronde in de Algemene Ledenvergadering bepaalt of voorgedragen lid wordt gekozen.

4.04.

Leden zijn verplicht om binnen veertien dagen na het beëindigen van hun lidmaatschap, de onder hun berusting zijnde afdelingseigendommen aan het bestuur af te dragen. Bij niet inleveren

van die afdelingseigendommen(verbandmaterialen, eventueel kleding) is de afdeling gerechtigd om de kosten, ad nieuwwaarde van de materialen, in rekening te brengen/incasseren bij opzeggend lid van de afdeling.

4.5.

Zij die na 1 juli lid worden, betalen voor het lopende kalenderjaar de helft van de voor dat jaar geldende contributie. 

4.6.

Betaling van de jaarlijkse contributie dient te geschieden binnen de eerste 2 maanden van het nieuwe kalenderjaar. Ingeval een factuur of incasso dient binnen 30 dagen te zijn betaald.

4.7.

De leden worden gestimuleerd om de contributie te voldoen via een automatische incasso. Incasso vindt plaats in de eerste 2 maanden van het nieuwe kalenderjaar.

4.8.

Bij in gebreke blijven van betaling, volgt een herinnering en zullen administratiekosten in rekening worden gebracht. Deze dient binnen 14 dagen na dagtekening betaald te zijn, zo niet, dan volgt er een tweede herinnering en zullen extra administratiekosten in rekening worden gebracht.

4.9.

Erelid is een lid die wegens bijzondere verdiensten jegens de vereniging als zodanig wordt benoemd.
a : Meer dan 25 jaar aaneengesloten lid van de afdeling of
b:  Meer dan 15 jaar ononderbroken actief als bestuurslid en bijzonder verdienstig als vertegenwoordiger van het bestuur binnen en/of buiten de afdeling;

c: Het lid kan, zonder tussenkomst van het overkoepelende orgaan KNV, door het eigen bestuur worden voorgedragen in de ALV. De ALV beslist met meerderheid van stemmen of iemand de titel ‘erelid’ wordt verleend.

 

Artikel 5: LEDEN –

Bevoegdheden, Verantwoordelijkheden &Taken

 

5.01.

Door het aanvaarden van het lidmaatschap verplicht ieder lid  zich volgens de gedragscode, het doel van de afdeling na het streven en tot bevordering van dit doel mee te werken.  

Naleving van de gedragscode is mede het visitekaartje van de afdeling. 

- Behandel iedereen met respect;

- Wees eerlijk en omarm integriteit;

- Neem verantwoordelijkheid als uw medemens zich op uw hoedanigheid als Eerste Hulpverlener rekent;

- Zorg voor professionaliteit, vooral in die gevallen waarbij het uiterste van u als Eerste   Hulpverlener verlangd wordt.

- Behoudt u van alle commentaar naar derden, neem contact op met uw vertrouwenspersoon of uw bestuur (zie ook artikel 9)

Leden die aantoonbaar in strijd met deze gedragscode handelen of gehandeld hebben zullen door het bestuur ter verantwoording worden geroepen en waar nodig een officiële waarschuwing ontvangen. Hierbij wordt het lid er tevens op gewezen dat bij herhaling er onherroepelijk schorsing volgt.

5.02.

Het is de leden verboden de naam van de afdeling te gebruiken in enige openbare kennisgeving, die niet het doel van de afdeling dient. 

5.03.

Ieder lid kan bij aangaan van lidmaatschap toegang krijgen (een inlognaam met wachtwoord)  voor ledeninformatie op de website van de afdeling.

5.04.

Ieder lid wordt geacht de statuten en het Huishoudelijk Reglement te kennen, alsmede alle overige officieel gepubliceerde bepalingen en besluiten, overeenkomstig dit Huishoudelijk Reglement tot stand gekomen. Door zijn toetreding tot de afdeling verklaart ieder lid met alle genoemde bepalingen in de statuten en het Huishoudelijk Reglement in te stemmen. 

5.05.

Ieder lid is vrij om deel te nemen aan aangeboden opleidingen, cursussen en voortgezette bijscholingen, zowel intern als extern. Opleiding LOTUS en Kaderinstructeur (Zie art. 5.11.) vallen hier ook onder. Door het deelnemen aan opleidingen, cursussen en voortgezette bijscholingen kunnen nevenkwalificaties behaald worden en noodzakelijke competenties voor behoud van het diploma Eerste Hulp getoetst worden, zowel door bevoegd instructeur als door zelfinzicht en reflectie bij de diplomahouder.

Bij externe deelname aan voortgezette opleidingen is het belangrijk hiervan schriftelijk bewijs te  verkrijgen en in te sturen bij de secretaris. Uitsluitend de op vertoon van extern toegekende competenties worden toegevoegd aan de interne bijscholingen en meegenomen in de totaaltelling competenties die vereist zijn om in aanmerking te komen voor verlenging van diploma waarbij extra kwalificatie dan wordt vermeld.

5.06.

Van een lid wordt verwacht dat hij zich tijdens voortgezette bijscholingen, vergaderingen en in ander afdelingsoverlegopstelt op een wijze overeenkomstig de taak die aan die activiteit is gesteld.

 5.07.

Leden dragen zelf de eindverantwoordelijkheid voor het geldig houden van hun diploma Eerste Hulp en eventuele relevante nevenkwalificaties. Het bestuur onderneemt geen actie om leden te waarschuwen bij dreigend tekort aan competenties bij aankomende vervaldatum van geldigheid diploma.

5.08.

Indien een lid op basis van richtlijnen en eindtermen onvoldoende competent is bevonden om in aanmerking te komen voor verlenging van diploma Eerste Hulp c.q. nevenkwalificaties, dan hoeft het bestuur betreffende diploma en certificaten niet te verlengen. Op voordracht/advies van de instructeurs, zorgt het bestuur al dan niet voor verlenging van de geldigheidsduur van het diploma en/of certificaat.

5.09.

Leden die geen verlenging van diploma en/of nevencertificaten hebben toegekend gekregen mogen niet langer als bevoegd in die functie optreden.

5.10.

Bij het kwijtraken van diploma en/of certificaten zijn de kosten voor aanvraag van nieuw exemplaar voor het gediplomeerde lid. 

5.11.

Een gediplomeerd lid kan besluiten om een opleiding tot LOTUS of kaderinstructeur te willen volgen. Het bestuur kan hem hierover van informatie voorzien. In samenspraak kunnen afspraken rondom opleidingskosten en contract opgesteld worden.

5.12.

Van een lid wordt verwacht dat hij zich vrijwillig, tenminste 1 maal per jaar, inzet bij georganiseerde evenementen waarbij aanwezigheid van Eerste Hulpverleners is vereist.

5.13.

Ieder lid kan bij de evenementencoordinator een verzoek indienen tot het verkrijgen van een permanente verbanduitrusting. Het toekennen daarvan wordt bepaald door de mate van daadwerkelijke inzetten.

5.14.

Ingeval toewijzing voor permanent beheer van een verbandunit  c.q. kleding, dient bij ontvangst te worden getekend.

5.15.

Ieder lid van de afdeling bij wie een verbandunit (koffer, tas, rugzak) is geplaatst, is verplicht om de bij hem geplaatste unit voor elke nieuwe inzet correct en volledig  te hebben uitgerust. (desgewenst verzegeld)

Hij dient te aller tijde op de hoogte te zijn van de richtlijnen die aan verbanduitrusting worden gesteld.

5.16.

Ieder lid van de afdeling bij wie een verbandunit (koffer, tas, rugzak) is geplaatst, is verplicht om de bij hem geplaatste unit beschikbaar te stellen aan mede-Eerste Hulpverlener tijdens een gezamenlijke inzet ingeval deze daar niet de beschikking over heeft. De beheerder van de unit dient mede-gebruiker voor aanvang van het evenement inzage te geven over inrichting van diens unit.

5.17.

Ieder lid van de afdeling, die beheer heeft over  een verbanduitrusting of aanverwante eerste hulpmateriaal, kan een beroep doen op de verbandmeester om, middels schriftelijke opgave van ontbrekende materialen, aanvulling te verkrijgen.

5.18.

Ieder lid van de afdeling, die beheer heeft over  een verbanduitrusting of aanverwante eerste hulpmateriaal, dient tenminste één maal per jaar zijn unit aan de verbandmeester ter verversing van nodige materialen aan te bieden.

 

 

 

COMMISSIES

 

Artikel 6: COMMMISSIES-

Samenstelling, Bevoegdheden,  Verantwoordelijkheden& Taken

 

6.01.

Een commissie voert die opdracht met behorende  taken uit die door de insteller zijn vastgesteld waarbij de insteller van de commissie (bestuur, ALV) verantwoordelijk blijft.

6.02.

Iedere commissie bestaat uit tenminste 3 personen. De commissieleden benoemt uit haar midden een voorzitter.

6.02.

Iedere commissie behoeft toestemming van het bestuur voor het aangaan van overeenkomsten met derden.

6.03.

De commissie is verantwoording verschuldigd aan het bestuur.

6.04.

Van de commissievergaderingen worden notulen gemaakt. Deze worden aan de secretaris van het bestuur gegeven. De contacten tussen de commissie en het bestuur lopen via het toegevoegd dan wel toegewezen bestuurslid.

6.05.

De kascontrolecommissie bestaat uit twee vaste leden en een reserve lid, waarvan bij toerbeurt jaarlijks één lid aftreedt, dat niet terstond herkiesbaar is. In deze commissie mag geen bestuurslid zitting hebben. Allen beschikken over voldoende financiële kennis om de jaarstukken te kunnen controleren. Alleen de Algemene Leden Vergadering heeft de bevoegdheid om de leden van de kascommissie te benoemen of uit hun functie te zetten.

6.06.

De kascommissie houdt toezicht op het beheer van de penningmeester. Zij ziet tenminste eenmaal per jaar de boeken en bescheiden van de penningmeester na en brengt van dit onderzoek verslag uit aan het bestuur. De commissie kan aan het bestuur voorstellen doen inzake het financieel beleid. In de statutair voorgeschreven Algemene Leden Vergadering brengt zij verslag uit en adviseert deze inzake decharge van de penningmeester.

 

 

OPLEIDINGSBEVOEGDEN

 

Artikel 7: ARTS-DOCENT, BIG GEREGISTREERDE DOCENT, KADERINSTRUCTEUR- Bevoegdheden, Verantwoordelijkheden& Taken

 

7.01.

Docent/instructeur beschikt over de juiste diploma’s en certificaten om te mogen lesgeven in de opleiding of cursus waarvoor hij is aangesteld.

7.02.

Docent/Instructeur is bevoegd en bekwaam les te geven volgens de geldende richtlijnen en eindtermen van de opleiding of cursus waarvoor hij is aangesteld en heeft kennis over de voorwaarden die aan de lessen worden gesteld.

7.03.

Docent/instructeur is verantwoordelijk voor de inhoud en uitvoering van de lessen en doet dit in overleg met het bestuur.

7.04.

Docent/instructeur is bevoegdeen cursist te berispen op diens gedrag en uitlatingen voor zover dit het doel van de les niet nastreeft. Hij heeft het recht een cursist het woord te ontnemen indien deze buiten de doelstelling van de voortgezette bijscholing gaat.  Voorts is de docent/instructeur gerechtigd om een cursist door aanwezig bestuurslid aan te laten spreken op diens gedrag en in uiterst geval het verder bijwonen van de voortgezette bijscholing te ontzeggen. 

7.05.

Docent/instructeur wordt bij de lessen bijgestaan door een bestuurslid. Docent/instructeur dient , binnen de functie (taakgebied) als docent/instructeur,  ongehinderd te kunnen werken.

Het aanwezige bestuurslid is daarom aanwezig  voor alle nevenzaken die tijdens de les te berde worden gebracht.

7.06.

Docent/instructeur kan bij de lessen worden bijgestaan door een tweede docent/instructeur en/of LOTUS.

7.07.

Docent/instructeur kan het bestuur adviseren bij het opstellen van het oefenjaarprogramma Eerste Hulp, alsmede de op te nemen extra onderwerpen in extra lessen.

7.08.

Docent/instructeur adviseert het bestuur bepaalde verbandmaterialen op te nemen in verbandunits, omdat deze aansluiten bij de huidige richtlijnen c.q. eindtermen behorende diploma Eerste Hulp.

7.09.

Docent/instructeur stelt op een eerlijke en zoveel mogelijk objectieve manier vast of de leden competent zijn in hetgeen zij aantonen tijdens voortgezette bijscholingen.

7.10.

Docent/instructeur adviseert het bestuur om een verlenging al dan niet toe te kennen aan een lid van wie het diploma Eerste Hulp vervalt mits hij dit kan onderbouwen.

 

 

 

LOTUS

 

Artikel 8: LOTUS-

Bevoegdheden, Verantwoordelijkheden& Taken

 

8.01.

LOTUS beschikt over de juiste diploma’s en certificaten om als Simulatie slachtoffer te mogen optreden in de opleiding, cursus of voortgezette bijscholingen waarvoor hij is aangesteld.

8.02.

LOTUS is bekwaam op te treden volgens de geldende richtlijnen en eindtermen van de opleiding, cursus of voortgezette bijscholingen waarvoor hij is aangesteld en heeft kennis over de voorwaarden die aan zijn optreden worden gesteld.

8.03.

LOTUS is verantwoordelijk voor de uitvoering van de opdracht(en) die hem door artsdocent en/of kaderinstructeur worden gegeven en wijkt daar niet vanaf. Door af te wijken kan het doel van een lesonderwerp nadelig worden beïnvloed.

8.04.

LOTUS is slechts bevoegd tijdens een les uitspraken te doen over aard van verleende hulp door cursisten als hem hierom gevraagd wordt.

 

 

 

VERTROUWENSPERSOON

 

Artikel 9: VERTROUWENSPERSOON- Bevoegdheden, Verantwoordelijkheden& Taken

 

9.01.

Een vertrouwenspersoon is een persoon, aan wie men vertrouwelijke zaken kwijt kan.

Vertrouwenspersonen in de directe omgeving zijn over het algemeen gewoon familie of vrienden die het niet erg vinden om problemen van anderen aan te horen en zo nodig daarbij te helpen. Vertrouwenspersonen in de professionele sfeer (zorginstellingen, bedrijfsmatig, onderwijs, professionele sportbeoefening) hebben hiervoor  in de meeste gevallen  een speciale opleiding/cursus  of coaching gevolgd. Samen met vertrouwenspersoon  wordt een rapport opgemaakt en  dient als basis van het persoonlijk dossier.

Daarnaast kan worden gekozen om expertise van (andere) professionals in te roepen om zodoende het dossier te completeren.

Een vertrouwenspersoon kan door een lid gekozen of door het bestuur worden aangesteld. 

9.02.

Een vertrouwenspersoon wordt vaak geraadpleegd wanneer men geconfronteerd is met ongewenste omgangsvormen*, integriteitschendingen*

Een vertrouwenspersoon kan in overleg met de betrokkene(n) overgaan tot het indienen van een klacht of melding maken van ernstige misstanden bij de daarvoor aangewezen instanties.

In het geval van een misdrijf zal in alle gevallen aangifte moeten gedaan bij de politie.

De Eerste Hulpverlener moet zich in zijn handelen veilig voelen en het is mede de taak van het bestuur om ervoor te zorgen dat er geen negatieve gevolgen zijn m.b.t. het kunnen functioneren binnen de afdeling. Dit is in het belang van zowel de Eerste Hulpverlener als de gehele afdeling.

Voor alle betrokkenen geldt een geheimhoudingsplicht, voor zover dit niet in strijd is met de wet.

Bij een ervaring van andere aard welke als (zeer) schokkend/traumatisch wordt ervaren  kan men ervoor kiezen professionele hulp in te schakelen.

Ook hierbij zal het bestuur, binnen haar mogelijkheden, alle medewerking verlenen.

*Ongewenste omgangsvormen: agressie, verbaal en/of fysiek geweld, bedreiging, discriminatie, pesten, (seksuele) intimidatie/ ongewenste intimiteiten.

*Integriteitschending: schending van wettelijke voorschriften of beleidsregels, gevaar voor de gezondheid, de veiligheid of het milieu; onbehoorlijke wijze van handelen of nalaten van handelen.
(corruptie, verspilling, misbruik van bevoegdheden, diefstal, fraude, verduistering, belangenverstrengeling)

 

 

 

EVENEMENTEN

 

Artikel 10: EVENEMENTEN-

Condities

 

10.01.

De afdeling behandelt iedere aanvraag voor het verlenen van preventieve en/of actieve hulpverlening bij evenementen, alsmede het verzorgen van bijzondere bijeenkomsten, overeenkomstig het doel van de afdeling gesteld. 

10.02.

De afdeling neemt het recht die aanvragen te behandelen waarvan schriftelijk kennis is gegeven. Met schriftelijk wordt hier bedoeld per post, via e-mailbericht of middels het aanvraagformulier op de website van de afdeling.

10.03.

De afdeling neemt het recht die aanvragen te behandelen die tot 6 weken voorafgaand de uitvoeringdatum van het evenement c.q. bijzondere bijeenkomst zijn ingediend.

10.04.

De afdeling berekent een onkostenstaffel voor inzet van Eerste Hulpverleners  plus gebruik van aanverwante materialen bij een evenement c.q. bijzondere bijeenkomst. Deze worden per factuur in rekening gebracht bij de aanvragende partij.

10.05.

De afdeling bepaalt of de aanvragende partij voldoet aan de voorwaarden die gesteld worden om een inzet van Eerste Hulpverleners te honoreren en zal daarbij aangeven op welke punten het in de aanvraag ontbreekt. Hieronder valt ook risicobeheer en veiligheid.

 

 

Artikel 11: EVENEMENTEN-

Uitvoering

 

11.01.

De evenementencoordinator zal slechts Eerste Hulpverleners benaderen voor- en materialen regelen bij- inzet van een evenement of bijzondere bijeenkomst als de aanvraag is goedgekeurd.

11.02.

De evenementencoordinator zet, overeenkomstig landelijke richtlijnen en ongeacht grootte en omvang van een evenement, op grond van mogelijk ongewenst gedrag, intimidatie en  samenwerking bij directe hulpverlening, ten behoeve van persoonlijke bescherming standaard twee Eerste Hulpverleners in. Anderszins, kan de aard van een evenement de evenementencoordinator ertoe besluiten om Eerste Hulpverleners van zeker geslacht in te zetten.

11.03.

De evenementencoordinator  is bevoegd om, na goedkeuring aanvraag, bij een groot evenement of bijzondere bijeenkomst een werkgroep te formeren waarin dan minimaal één bestuurslid van de afdeling plaats zal nemen.

11.04.

De evenementencoordinator is bevoegd om de leiding van de Eerste Hulpverlening bij een evenement  te geven aan (een) door hem aan te wijzen lid(leden), afhankelijk van de grootte en omvang van het evenement, nadat dit door het dagelijks bestuur is goedgekeurd.

11.05.

De evenementencoordinator is NIET bevoegd om de leiding van de Eerste Hulpverlening bij een evenement  te geven  aan (een) door hem aan te wijzen lid(leden) ingeval de Eerste Hulpverlening onderdeel uitmaakt van een bij de aanvragende partij aanverwante hulpverlenersorganisatie met wie afspraken over leiding zijn gemaakt.

11.06.

De Eerste Hulpverlener werkt uitsluitend voor de afdeling nadat hij hiervoor door het bestuur of de evenementencoordinator is gevraagd en hij zijn inzet heeft bevestigd. In dat geval kan hij, ingeval calamiteiten tijdens inzet, aanspraak maken op de vrijwilligersverzekering van de afdeling. 

11.07.

De Eerste Hulpverlener die een inzet heeft bevestigd en onverhoopt verhinderd is, dient hiervan per onmiddellijk de evenementencoordinator in kennis te stellen. Hij zorgt zelf voor vervanging.

11.08.

De Eerste Hulpverlener mag niet op eigen titel bij een evenement hulp verlenen uit naam van de afdeling! Ingeval calamiteit, twist en/of geleden schades kan  de afdeling niet aansprakelijk worden gesteld. Tevens is het bij een dergelijke inzet verboden om de kleding, koffer/tas en/of andere materialen van de afdeling te gebruiken. Ook hier is de door de afdeling afgesloten verzekering niet van kracht en zullen onkosten op de Eerste hulpverlener worden verhaald.

11.09.

De Eerste Hulpverlener wordt geacht zich ten tijde van een evenement op te stellen conform de  functie waarin hij bij het evenement is aangesteld en overeenkomstig  de afspraken die tussen aanvragende partij en evenementencoordinator zijn vastgelegd. Tevens dient hij zich op te stellen naar de protocollen (geldende reglementen) binnen die functie.

11.10.

De Eerste Hulpverlener wordt geacht  bij een evenement uitsluitend die hulp te verlenen welke voldoen aan geldende richtlijnen en eindtermen van het diploma Eerste Hulp en waarin hij daadwerkelijk competent is.

11.11.

De Eerste Hulpverlener draagt de herkenbare EH- kleding en is vaardig om te kunnen werken  met de materialen die hem tot beschikking zijn gesteld, danwel hem in bruikleen zijn gegeven.

11.12.

De Eerste Hulpverlener wordt geacht na inzet verslag uit te brengen over zijn bevindingen tijdens inzet. Dit behelst ondermeer het beschrijven van behandelde letsels, het signaleren van dreigende gevaren en eventuele ontbrekende voorzieningen bij aanvragende partij gebleken zijnde. Tevens kan hij een verzoek doen richting verbandmeester om zekere materialen te leveren. De Eerste Hulpverlener gebruikt hiervoor na iedere inzet het evaluatieformulier van de afdeling.

 

 

(ALGEMENE LEDEN)VERGADERINGEN

 

Artikel 12: ALV-

Algemeen

 

12.01.

Alle vergaderingen van de bestuurlijke organen van de afdeling worden geleid door een voorzitter of diens plaatsvervanger. Deze is verantwoordelijk voor een goede gang van zaken op de vergadering en voor het (democratisch) verloop ervan. 

De voorzitter dient zich zoveel mogelijk te houden aan de agenda van de vergadering en ervoor te zorgen dat elk lid voldoende gelegenheid krijgt zijn mening te zeggen. De voorzitter is niet verplicht een spreker meer dan drie maal het woord te verlenen over hetzelfde onderwerp. De voorzitter heeft het recht een spreker het woord te ontnemen indien deze buiten de orde van de vergadering gaat. 

Voorts is de voorzitter gerechtigd een aanwezige die de orde verstoort, het verder bijwonen van de vergadering te ontzeggen. Hij kan de vergadering zonodig verdagen of schorsen. 

12.02.

Het verlenen van functies kan bij acclamatie worden goedgekeurd. Onder acclamatie wordt verstaan, dat de vergadering door handgeklap of anderszins duidelijk te kennen geeft, zulks ter beoordeling van de voorzitter, in te stemmen met het voorstel dat aan de orde is. Indien echter een of meerdere leden onmiddellijk na het constateren door de voorzitter dat een voorstel bij acclamatie is aanvaard, de wens te kennen geven alsnog een stemming te doen houden, dan is het voorstel niet bij acclamatie aanvaard en wordt alsnog tot stemming overgegaan. 

12.03.

De agenda van de Algemene Leden Vergadering zal als punten bevatten: 

notulen vorige vergadering 

jaarverslag secretaris 

financieel jaarverslag penningmeester 

verslag kascontrolecommissie

benoeming kascontrolecommissie 

bestuursverkiezingen

 

Wijzigingen in dit reglement kunnen slechts worden aangebracht bij besluit van een ALV, mits de desbetreffende voorstellen in de oproepingsbrief tot bijwonen ALV zijn vermeld. 

 

Goedgekeurd d.d. …………..

Getekend door naam…………………………………………functie………………………..handtekening………………………

 

 

naam…………………………………………functie………………………..handtekening………………………